Forensische geneeskunde in Rotterdam

Voor de 2e wereldoorlog had de Gemeentepolitie Rotterdam per wijk huisartsen aan zich gebonden, die de zorg voor de agenten en hun gezinnen op zich namen. Deze artsen werden ook benaderd voor de zorg van arrestanten en beoordeling van forensisch medische zaken. Ze heetten toen al “politieartsen”. Na de oorlog waren de dienders verzekerd via het GVP, waarmee de basis onder de eerdere regeling verviel en de agenten vrije artsenkeuze hadden.

Een van de vooroorlogse huisartsen, dhr. Meijboom, ging na de oorlog als full-time arts bij de politie werken. Hij was hiermee de eerste voltijds forensisch arts. Zijn beschrijving van de werkzaamheden in Medisch Contact in 1964 laat zien dat er nog veel hetzelfde is (artikelmedischcontact)

In 1966 vulde dhr. H.Th.P. Cremers deze functie in als politiearts bij de Medische Dienst van de Gemeentepolitie. Na zijn officiële pensionering in 1993 heeft hij nog jaren als waarnemend politiearts gewerkt. Huub Cremers signaleerde de beperkte kennis van het vak in Nederland en verdiepte zich middels contacten en bezoeken in de werkwijze van de Duitse Gerichtsmedizin en de Engelse police surgeon. Hij heeft een zeer actieve rol gespeeld in de ontwikkeling van het vak (meer dan 200 publicaties en ingezonden brieven in medische tijdschriften) en speelde een vooraanstaande rol in de oprichting van de forensisch medische vakvereniging (het Forensisch Medisch Genootschap). Zijn rol in de ontwikkeling van het vak van forensisch arts is zeer groot geweest.

Met de vorming van de regiopolitie werd de medische dienst ondergebracht in de ARBO dienst. De vooraanstaande rol van de forensische geneeskunde in Rotterdam stond die jaren onder druk; de ARBO taken kwamen op de eerste plaats. In 2002 besloot de politie deze taken uit te besteden, waarmee een einde kwam aan meer dan 50 jaar interne medische dienst. Een aantal (ex-) medewerkers van de medische dienst hebben onder inspiratie van Luuk Lechner toen Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond gevormd en zo een zelfstandige partij gevormd in de aanbesteding. Op deze wijze kon de opgebouwde expertise worden behouden en het aanwezige enthousiasme worden uitgebouwd. Als exclusief forensisch medische instelling kon de volledig focus op het vak en de uitvoering worden gelegd. In 2006 is de nieuwe aanbesteding verworven.

In 2009 heeft het korps Haaglanden FARR uitgenodigd mee te doen aan de aanbesteding van de zedenonderzoeken in die regio, vanuit de opgebouwde expertise die FARR hierin had verkregen. Vanaf deze tijd wordt FARR ingeschakeld voor de zedenonderzoeken in deze regio.

In 2010 hebben de korpsen Rotterdam Rijnmond en Zuid Holland-Zuid een gezamenlijke aanbesteding gedaan voor de forensisch medische inzet in hun regio’s, vooruit lopend op de nieuwe indeling. Ook hier heeft FARR deze opdracht verworven. Veel van de ervaren forensisch artsen uit de regio Zuid Holland-Zuid hebben hun carrière voortgezet bij FARR.

In 2014 is de landelijke aanbesteding gestart. In 2015 heeft FARR voor de 2 eenheden waar ze offreerde de aanbesteding verworven (Rotterdam en Den Haag). De Europese aanbestedingsperikelen hebben geleid tot intrekking van de gunning en daarna van de aanbestedingsprocedure.

De huidige contracten met de Eenheid Rotterdam en de Eenheid Den Haag lopen nu onbepaald door.

In de afgelopen 20 jaar is de organisatie sterk ontwikkeld en gegroeid. Inmiddels zijn er ruim 30 collega’s werkzaam bij FARR en is er een hecht team ontstaan.

Er is bij FARR veel aandacht voor de ontwikkeling van het vak en het opleiden en aantrekken van (nieuwe) forensisch artsen.

FARR

FARR staat voor Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond. FARR heeft haar naam afgeleid van de naam van de regiopolitie: Politie Regio Rotterdam Rijnmond. Tegelijkertijd is FARR ook een verwijzing naar Sir Samuel Farr schrijver van een van de oudste angelsaksische naslagwerken op het gebied van de forensische geneeskunde.

Zo blijken de forensisch medische wortels van de naam FARR in de 18e eeuw te liggen …..

Dr. Farr was een protestant hij werd geboren in Taunton in Summerset in Engeland. In 1741 studeert hij af in Leiden. Farr schreef verschillende medische verhandelingen, onder anderen:

  • An Essay on the Medical Virtues of Acids,’ London, 1769.
  • ‘A Philosophical Inquiry into Nature, Origin, and Extent of Animal Motion, deduced from the principles of reason and analogy,’ London, 1771.
  • ‘Aphorismi de Marasmo ex summis Medicis collecti,’ 1772.
  • ‘Inquiry into the Propriety of Blood-letting in Consumption,’ 1775; against the practice.
  • ‘The History of Epidemics, by Hippocrates, in seven books; translated into English from the Greek, with Notes and Observations,’ &c.
  • ‘A Preliminary Discourse on the Nature and Cure of Infection,’ London, 1781.
  • ‘Elements of Medical Jurisprudence,’ London, 1788; 2nd edit. 1811; a translation of the work of Faselius, with additions by the translator.
  • ‘On the Use of Cantharides in Dropsical Complaints’ (Memoirs Med. ii. 132, 1789).

Het boek “Elements of Medical Jurisprudence” is in een toonkast op FARR kantoor aan de Rozenlaan te bewonderen.

Als u geïnteresseerd bent in de inhoud volg dan de link.