DNA afname

Voor het bepalen van een DNA-profiel neemt de forensisch arts in de meeste gevallen wangslijmvlies af. Tegenwoordig wordt dit meestal gedaan door een geschoolde politiemedewerker. Afname van DNA-profiel bij verdachten of in het kader van zedenzaken FMO geschiedt door de forensisch arts.

Andere mogelijkheden voor DNA afname zijn bloedafname of celmateriaal verzamelen met behulp van hoofdharen.

DNA afname gebeurt in opdracht van het Justitie of  politie.

 

 

Sporenonderzoek

Als het nodig is verricht de forensisch arts sporenonderzoek bij verdachten of slachtoffers. Het materiaal wordt vervolgens voor nader onderzoek naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gestuurd. Al het sporenonderzoek door FARR vindt plaats in opdracht van politie, Justitie of het Nederlands Forensisch instituut

Bij forensisch onderzoek wordt een DNA-profiel van een persoon vergeleken met het DNA-profiel uit biologisch sporenmateriaal dat is aangetroffen. DNA onderzoek speelt een steeds grotere rol in de forensische opsporing. Op 31 mei 2017 hoort de 30 jarige verdachte Biko M. 10 jaar cel tegen zich eisen voor het doodsteken van de Schiedamse krantenbezorgster Anita. De officier van justitie acht op basis van DNA-sporen doodslag onomstotelijk bewezen. Het voor deze zaak doorslaggevende DNA is door een van onze FARR artsen (dr. Kool) onder de nagels van het slachtoffer vandaan gehaald.